Een regenboog van ‘zwaar water’

Lesidee groep 5 t/m 8
Een regenboog van ‘zwaar water’

Na regen komt zonneschijn.
Maar als het regent terwijl de zon schijnt,
zal er een regenboog zijn.

 

Kan jij ook niet wachten tot deze vrolijk gekleurde verschijning aan de hemel staat? Niet getreurd, want met Skittles maak je eenvoudig jouw eigen regenboog. Deze mierzoete snoepjes zijn niet alleen lekker, maar door hun felgekleurde jasje ook nog eens superleuk om proefjes mee te doen. In het bekende rode zakje zitten snoepjes in (bijna) alle kleuren van de regenboog. Natuurlijk kun je de snoepjes op kleur sorteren en een regenboog vormen, maar dat kan natuurlijk veel spectaculairder. Door de gekleurde balletjes op te lossen in water en het gekleurde water als laagjes op elkaar te stapelen, maak je eenvoudig een regenboog in een glas.

 

Pak (per regenboog) 2 rode, 4 oranje, 6 gele, 8 groene en 10 paarse Skittles. Neem vervolgens vijf glazen (voor elke kleur één) en doe in elk glas drie eetlepels (+/- 30 ml) warm water. Los de felgekleurde snoepjes per kleur op in het water. Roer het mengsel af en toe door, zodat het snoep goed oplost. Let op, gebruik voor elke kleur een andere lepel om te roeren of maak je lepel tussendoor schoon. Je wilt niet dat de kleuren gaan mengen. Het kan zijn dat de snoepjes niet helemaal oplossen. Dat is niet erg, zolang ze grotendeels zijn opgelost.

 

Als de mengsels in de verschillende glazen zijn afgekoeld, kun je de laagjes gaan stapelen. Zuig met een druppelpipet het paarsgekleurde mengsel op en druppel het in een schoon glas. Laat een beetje van het paarse mengsel over. Dit gebruiken we later nog. Zuig nu met de druppelpipet het groengekleurde mengsel op. Houd de pipet net boven het paarse mengsel en voeg voorzichtig de groene laag toe. Druppel je te snel? Dan zullen de kleuren gaan mengen. Laat de vloeistof tot stilstand komen en druppel nog voorzichtiger. Herhaal dit voor de gele, oranje en als laatste de rode laag. Tadaa, je hebt jouw eigen regenboog gemaakt!

 

De reden dat de laagjes op elkaar gestapeld kunnen worden (en dus niet mengen), is het verschil in opgelost suiker. Doordat Skittles voornamelijk uit suiker bestaan, lost de suiker op wanneer de snoepjes in het water gelegd worden. Voor de verschillende kleuren heb je evenveel water gebruikt, maar een verschillend aantal snoepjes. Hierdoor is in het ene watermengsel meer suiker opgelost, waardoor de dichtheid van het watermengsel groter wordt. In het paarse mengsel zijn 10 paarse Skittles opgelost. In het groene mengsel zijn er maar 8 groene snoepjes opgelost. Het paarse mengsel is daardoor ‘zwaarder’ dan het groene.

 

Dit is goed te zien door een aantal druppels van het paarse mengsel aan jouw gemaakte regenboog toe te voegen. Je zult zien dat de toegevoegde paarse druppel door alle gekleurde lagen heen ‘loopt’ en zich bij de paarse laag voegt. Heb je nog een beetje van het groene mengsel over? Voeg hier ook eens een druppel van toe aan de regenboog. Dan zul je zien dat deze druppel wel door de rode, oranje en gele laag heen ‘loopt’, maar hij zal zich bij de groene laag voegen en dus niet in de paarse laag verschijnen.

 

Vragen voor de leerlingen:
- Waarom gebruiken we warm water?
- Hoe kan het dat de kleuren niet mengen?
- Hoe kun je een omgekeerde regenboog (paars boven en rood onder) maken?

 

Leerdoel: de leerlingen kennis laten maken met de dichtheid van vloeistoffen 
Lesduur: 30 minuten
Werkwijze: Groepjes van 2 t/m 5 (of als demonstratie voor de onderbouw)
Benodigdheden (per regenboog/groep): Skittles (2 rode, 4 oranje, 6 gele, 8 groene en 10 paarse), warm water (eventueel onder begeleiding), eetlepel, kleine lepel(s), tissue, 6 glazen en druppelpipet

 

foto Shira Bonnink door
Shira Bonnink