Maak een vlieger

Lesidee groep 5 t/m 8
Maak een vlieger

Het lijkt misschien simpel en je kunt er overal wel instructies voor vinden – het maken van een vlieger. Maar wie ook wil dat de vlieger in de lucht blijft moet beslagen ten ijs komen. Dat lukt namelijk niet 1-2-3!

 

De belangrijkste voorwaarde voor een vlieger is dat hij symmetrisch is, oftewel dat de twee zijdes gelijk zijn. In dit filmpje van Het Klokhuis wordt dit uitgelegd.

 

Het makkelijkste model om mee te beginnen is de klassieke ruitvorm. Hiervoor heb je een geraamte nodig en natuurlijk materiaal om het doek te maken. Het geraamte maak je voor een klein vliegertje van satéstokjes of douwels; voor een grote vlieger heb je stokken nodig. Zorg ervoor dat de stokken licht genoeg zijn, want de vlieger moet natuurlijk wel omhoog kunnen blijven in de wind. Maak de ene stok wat korter dan de andere. Maak een kruisvorm door de korte stok haaks op de lange stok te leggen en leg daarbij de korte stok een stukje boven de helft van de lange stok. Maak de stokken stevig aan elkaar vast met tape of touw.

 

Hoe je nu verdergaat, is afhankelijk van het materiaal dat je voor het doek gebruikt. Belangrijk is dat dit materiaal stevig genoeg is om niet te scheuren, maar ook licht is en uiteraard winddicht. (Kranten)papier is een goede optie, maar denk ook aan vuilniszakken of de stof van een oude paraplu.

 

Gebruik je papier, dan kan het zijn dat je geen leidraad aan de buitenkant van het frame nodig hebt. Leg in dat geval het frame op het papier en teken met een liniaal lijnen tussen de uiteinden van de stokken; als het goed is heb je nu een vliegervorm op je papier staan. Knip het papier in die vorm uit en bevestig de hoeken stevig aan de uiteinden van de stokken met tape. Indien nodig kun je ook de randen van het papier hiermee verstevigen. Kijk ook eens naar dit filmpje voor heel duidelijke video-instructies.

 

Gebruik je vuilniszakken of stof, dan is het slim om een touwtje te spannen langs de uiteinden van de stokken om daar het plastic of de stof omheen te kunnen vouwen. Plak de randen goed vast met tape of (in het geval van stof) naai ze vast met de naaimachine.

 

Nu moet er natuurlijk nog een touw aan de vlieger. In het filmpje van eerder maken de dames twee aanhechtingspunten, halverwege de snijvlakken van de lange stok met de korte stok. Maar voor extra stabiliteit kun je het touw natuurlijk ook aan alle vier de stokken bevestigen. Het touw kun je bevestigen door gaatjes te maken in je doek, en daar de draad doorheen te halen. Ook hierbij is het belangrijk dat je vlieger in balans blijft, dus dat de touwtjes even lang zijn en op dezelfde punten worden vastgemaakt. Aan dit kortere touw kun je vervolgens je lijn vastmaken, een langer stuk touw om de vlieger te besturen. Een oprolsysteem helpt hierbij; gebruik een stevige cilinder, bijvoorbeeld de kartonnen koker van een rol aluminiumfolie, om het touw omheen te wikkelen. Bevestig als laatste eventueel nog een mooie staart aan je vlieger.

 

Aan dit basismodel zitten al genoeg haken en ogen; dat zul je wel merken als je met een hele trits aan vliegers naar buiten gaat. Maar als het basismodel eenmaal onder de knie is, zijn er eindeloze mogelijkheden om te experimenteren met de vorm, het materiaal, en de besturing van de vlieger. Probeer bijvoorbeeld ook eens een deltavlieger te maken (denk hierbij aan de symmetrie). Vliegt die beter, of juist minder goed? Of vliegt je vlieger beter met zijvleugeltjes? Misschien lukt het wel om een vlieger te maken met twee lijnen. En hoeveel kun je op je vlieger vastmaken voordat hij te zwaar wordt?

foto Karlijn Keessen door
Karlijn Keessen