Wetenschap: Bejaarde uil hoort nog uitmuntend

Natuurnieuws
Wetenschap: Bejaarde uil hoort nog uitmuntend

Foto: Flickr/Chris Parker

Opa en oma zijn vast jaloers op het meesterlijke gehoor van stokoude kerkuilen. Waar je in een bejaardentehuis het stemvolume nog wel eens flink moet opkrikken om jezelf verstaanbaar te maken, is dat onder kerkuilen overbodig. Zij hebben geen last van ouderdomsslechthorendheid en blijven levenslang goed horen. Dat concluderen Duitse biologen door vliegexperimenten met jonge en bejaarde kerkuilen (Tyto alba) uit te voeren in speciaal ontworpen geluidswerende kamers (Proceedings of the Royal Society B, 20 september).

Pieptoon
Daarin moesten zowel jonge als oude uilen na het horen van een pieptoon van de ene kant naar de andere kant van de kamer vliegen. Soms was de toon heel hoog, soms laag, dan was hij weer hard, zacht en soms zelfs nauwelijks hoorbaar. Maar voor de meeste kerkuilen bleek dat allemaal geen enkel probleem. Hoog of laag, hard of zacht, jong of oud: na het fluitsignaal voerden ze hun opdracht allemaal vlekkeloos uit.

Duisternis
Op zich is dat ook niet zo gek. Het is voor kerkuilen van levensbelang dat ze hun prooien in het pikkedonker goed kunnen opsporen. En waar de ogen het in duisternis laten afweten, moeten de oren het belangrijke werk opvangen. Hierdoor kunnen uilen ’s nachts precies achterhalen of een lekker muisje zich in het gras bevindt of bijvoorbeeld in een greppel.

Het geheim van de kerkuil
Het geheim van de kerkuil zit hem in de haarcellen in het binnenoor. Deze registreren net als bij ons het geluid en geven de signalen door aan de hersenen. Jammer genoeg kunnen de haartjes beschadigen of zelfs afbreken, bijvoorbeeld door heel hard geluid of ouderdom, waardoor mensen steeds minder goed gaan horen. Pech voor ons: ze komen niet meer terug. Maar bij kerkuilen en veel andere vogels groeien ze wél gewoon weer terug.

En wij dan?
Dat klinkt misschien leuk voor de kerkuil, maar hebben wij er ook nog wat aan? De onderzoekers denken van wel. Als we kunnen ontdekken waardoor de haarcellen van kerkuilen weer terug groeien, kunnen we daarmee misschien ook ouderdomsslechthorendheid bij mensen voorkomen.

foto Steijn van Schie door
Steijn van Schie