Mee op onderzoek bij Naturalis

De klas uit
Mee op onderzoek bij Naturalis

------------------------------------------------------------------------

 

 

Naturalis educatie primair onderwijs: Zaalprogramma ‘Op onderzoek!’ voor groep 5/6.

 

Na een half uur introductie zijn er 3 zalen te bezoeken: de IJstijd, Dinotijd en Leven. Eerst 10 minuten per zaal in een groepje om de oefenboekjes in te vullen en daarna nog een half uur om de grote onderzoeksopdracht in één van de drie zalen uit te voeren. In deze eindopdracht worden de leerlingen uitgedaagd meerdere vragen over een onderwerp te beantwoorden. In de IJstijdzaal is er bijvoorbeeld een boekje over het gedrag van de wolharige mammoet, waarbij ze goed moeten kijken naar de dieren in het miniatuurlandschap en het mammoetskelet om vragen zoals ‘Wat deed de mammoet tegen de kou?’ te beantwoorden. Verder liggen er botten en kiezen aan de zijkanten van de zaal die niet alleen d.m.v. observatie onderzocht mogen worden maar ook door ze vast te pakken om zo meerdere zintuigen te gebruiken.

 

De oefenboekjes zijn bedoeld om te leren observeren, onderzoeksvragen te bedenken en soorten te herkennen. Sommige vragen kunnen individueel beantwoord worden en sommige vragen om samenwerking met medescholieren. Voor de eindopdracht staan in iedere zaal boekjes en materialen klaar en is er altijd een medewerker aanwezig om waar nodig te helpen.

 

Zaalprogramma ‘Op onderzoek!’: 90 min., € 5 p.p.

(De LiveScience zaal kan door iedereen gratis bezocht worden).

 

-------------------------------------------------------------------------

 

 

Eerst een schelpje pakken en dan plaatsnemen op de tribune, de boeiende middag bij Naturalis is begonnen. Wanneer de zeventig kinderen van basisschool Kristal uit Heerde eenmaal wat bedaard zijn lukt het Tom en Jeffrey, de medewerkers van Naturalis eindelijk om de aandacht te pakken. Ze laten de leerlingen 30 seconden hun schelp inspecteren: wat voel, ruik, zie en hoor je? Ze vertellen dat het gebruik van al je zintuigen belangrijk is in onderzoek, hebben ze ook geproefd aan de schelp? Sommige kinderen roepen ‘bah’, maar anderen proberen het heel snel toch even. Kun je proeven of het een fossiel of een schelp van nu is? Na wat andere prikkelende vragen op het gebied van natuuronderzoek krijgt ieder kind een boekje om te oefenen. Ze gaan vandaag net zoals de onderzoekers bij Naturalis fossielen en opgezette dieren onder de loep nemen. Eén onderzoeker hoeft alleen met zijn voornaam genoemd te worden om een golf van herkenning en enthousiasme door de zaal te laten gaan. Jeffrey: ‘Freek?’, de kinderen in koor: ‘Vonk!’. Met hem in het achterhoofd als voorbeeld van een natuuronderzoeker, is het tijd om in groepjes naar de museumzalen te gaan.

 

Echt of nep?

Een groepje van zeven jongens uit groep 6 rent als eerste de deur uit, met een ouder (soms een leraar) als begeleider gaan ze op zoek naar de eerste zaal Leven. Hier beginnen ze bij het onderwaterleven, aan het plafond hangen inktvissen, dolfijnen en haaien. De vraag die je bij ieder kind minstens één keer hoort is: “Is dit echt of nep?”. Ze hebben nog nooit opgezette dieren gezien: Micha (9 jaar) vertelt namelijk dat hij nog nooit eerder op schoolreisje is geweest, omdat dat te duur is, denkt hij. Thuis heeft hij wel al veel over de natuur geleerd, zoals dat de fossielen van dinosauriërs bewaard kunnen blijven. Maar of de gekleurde vissen en vogels die ze hier zien daarmee te vergelijken zijn weet hij niet. De begeleiders weten het antwoord eigenlijk ook niet zo goed, maar de conclusie is dat de huiden en vachten waarschijnlijk echt zijn, omdat die ooit van een levend dier zijn geweest. In het boekje staat bij deze zaal de vraag om een onderdeel van een dier uit de collectie na te tekenen, om zo goed leren te kijken. Het vogelbekdier, de cheeta, een piepklein muisje, er is keuze te veel, maar uiteindelijk komen er toch wat dingen op papier. Pepijn (10 jaar) die de opgezette cheeta in actie op het oog heeft, vertelt dat hij veel van dieren houdt en er graag later iets mee zou willen doen. Wat dat precies zal zijn weet hij nog niet, maar de zaal vol met dieren maakt veel indruk. Tien minuten is duidelijk te weinig en de kinderen willen nog niet mee verder. Zodra echter duidelijk wordt dat de volgende zaal de Dino’s betreft, komt er beweging in.

 

Media | leven zaal (2711)

Twee leerlingen ontdekken de zaal Leven met de oefen opdrachtenboekjes ‘Op onderzoek!’. Bron: Naturalis.

 

18 meter lang

Tijdens het lopen door de 12 meter hoge zaal Dinotijd zijn alle ogen naar boven gericht en wordt er niet vooruit gekeken. De immense dinosauriërs zijn betoverend, want dit hebben de scholieren nog nooit eerder gezien. De Dino bij binnenkomst is het grootste landdier-skelet van Naturalis: de Camarasaurus. Naast deze 18 meter lange langnekdino lijken zelfs de begeleiders klein! Het feit dat het vrij donker in de zaal is met spotlights op de dino’s voegt nog meer toe aan de spanning. Wie niet goed kijkt, mist misschien wel de vliegende pterosauriër hoog in de lucht. Maar het groepje jongens is zo nieuwsgierig dat elke dino groot of klein bekeken of gevoeld wordt. Bij sommige dino’s kun je namelijk ook een versteend dinonest of stuk bot aanraken!

 

Hebben dino’s vrienden?

Zo ook bij de laatste dino Trix, de Tyrannosaurus rex van Naturalis, opgezet alsof ze je ieder moment kan pakken. “Stel je onderzoekt Trix. Welke vragen heb je over haar?”. De aanwezige medewerkster wordt bedolven onder vragen van de kinderen zoals de vraag: “Maar wat eet ze dan?”, ze antwoordt met de wedervraag: “Denk je dat ze met die tanden goed op blaadjes kan kauwen?”. De jongens denken na: “Nee waarschijnlijk niet… Misschien lust ze wel kip!”. De medewerkster moedigt de leerlingen aan zelf op onderzoek te gaan naar de antwoorden. Het groepje van Pepijn loopt vervolgens zoekend rond terwijl ze zichzelf en elkaar vragen stellen als “Leefde ze in het bos? Liep ze ook ooit in Nederland rond? Zwierf ze alleen rond of had ze andere T-rexen als vrienden?”.

 

Er is bijna geen tijd om na te denken, want ze moeten snel door naar de volgende verdieping. En hoewel de boekjes en de klas in de Dinozaal even vergeten werden laat een korte peiling bij de leraren zien dat het niet zo erg is: “Het ene kind vindt het fijn om het boekje te volgen en de ander gaat liever zelf op ontdekkingstocht, beide zijn prima.”. Het is erg fijn dat die ruimte wordt gegeven, zeker als je kijkt hoe snel ze door de zaal heen moeten.

 

Media | trix (2712)

Een deel van het skelet van Trix (de schedel) in de Dinozaal. Bron: Naturalis.

 

Een trein in de ijstijd

De IJstijdzaal is het eindpunt voor het groepje. De ruimte bestaat uit een gigantisch miniatuurlandschap, dat Nederland tijdens de ijstijd moet voorstellen. Of die boodschap landt, is een beetje onduidelijk. Door verrekijkers aan de zijkanten kun je de toenmalige ‘big five’ van Nederland in actie zien en er zit nog een andere verrassing in het filmpje. Ineens komen er gebouwen en treinen in beeld, niemand begrijpt het. De begeleiders worden erbij gehaald: “Wat doet die trein daar? Ik denk dat het filmpje stoort!”. Uiteindelijk blijkt de verrekijker te laten zien hoe hetzelfde landschap nu veranderd is, door de moderne mens. Inmiddels lopen er hier geen wolharige mammoeten en grottenleeuwen meer rond maar staat het vol met beton en steen, met nog maar weinig natuur te vinden. Micha werkt nog snel even een blik op de eindopdracht “Hoe leefde de mammoet?”, maar iedereen moet jammer genoeg alweer naar de uitgang.

 

Media | ijstijd zaal (2713)

De IJstijdzaal met miniatuur oerlandschap en skeletten langs de muren. Bron: Naturalis.

 

Verdwaald

Een medewerker in de IJstijdzaal vertelt dat er normaal wel echt genoeg tijd is als je op tijd kunt beginnen aan je programma, toch lijkt dat ook met een kwartiertje meer een behoorlijke uitdaging. Leerlingen en begeleiders die het museum nog nooit hebben gezien, zijn ten eerste een beetje verdwaald omdat ze geen plattegrond hebben en niet weten hoe groot alle zalen zijn. Verder is elke zaal zo overweldigend en zijn de kinderen zo nieuwsgierig dat 10 tien minuten echt te kort is, tenzij je als school het budget en de tijd hebt om na het programma nog vrij te kunnen rondlopen.

 

Toetje

Helaas heeft deze school dat nu niet, maar als toetje kunnen ze nog even naar de LiveScience zaal beneden. Deze zaal is altijd gratis te bezoeken en helemaal boven achterin is ‘Martijn Dinosaurus’ aan het werk in het Dinolab. Hij vertelt dat ze al 7 jaar werken aan het sorteren en opbouwen van een paar Triceratops skeletten en hiermee heeft hij de volle aandacht van de groep. Deze neushoornachtige dino’s moeten worden schoongemaakt en verstevigd met lijm, een klusje waar hij nu mee bezig is. Na dit korte praatje rennen de leerlingen nog even door naar de discovery boxes, waar ze op een poster echte museumobjecten kunnen sorteren. Tussen de chaos in gaat Micha meteen enthousiast en geordend aan de slag met de kist vol verschillende stenen. Dat hij later misschien geoloog wil worden, komt hier duidelijk naar boven. Hij noemt van elke steen de naam en vertelt dat hij thuis ook veel stenen en kristallen heeft. Terwijl de kinderen lade na lade opentrekken om duizenden botjes, schedels en opgeprikte insecten te ontdekken, is het eigenlijk al lang tijd om te gaan... maar er is nog zoveel te zien. Op de vraag of er dus misschien een tweede bezoek in het verschiet ligt, antwoordt een leraar weifelend, maar de kinderen zijn het volmondig eens: “Ja!”. 

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Naturalis educatie primair onderwijs: Zaalprogramma ‘Op onderzoek!’ voor groep 5/6.

 

Na een half uur introductie zijn er 3 zalen te bezoeken: de IJstijd, Dinotijd en Leven. Eerst 10 minuten per zaal in een groepje om de oefenboekjes in te vullen en daarna nog een half uur om de grote onderzoeksopdracht in één van de drie zalen uit te voeren. In deze eindopdracht worden de leerlingen uitgedaagd meerdere vragen over een onderwerp te beantwoorden. In de IJstijdzaal is er bijvoorbeeld een boekje over Gedrag, waarbij ze goed moeten kijken naar het opgezette skelet van de wolharige mammoet om vragen zoals ‘…’ te beantwoorden. Verder liggen er botten en kiezen aan de zijkanten van de zaal die niet alleen d.m.v. observatie onderzocht mogen worden maar ook door ze vast te pakken en zo meerdere zintuigen te gebruiken.

 

De oefenboekjes zijn bedoeld om te leren observeren, onderzoeksvragen te bedenken en soorten te herkennen. Sommige vragen kunnen individueel beantwoord worden en sommige vragen om samenwerking met medescholieren. Voor de eindopdracht staan in iedere zaal boekjes en materialen klaar en is er altijd een medewerker aanwezig om waar nodig te helpen.

 

Zaalprogramma ‘Op onderzoek!’: 90 min., € 5 p.p.

(De LiveScience zaal kan door iedereen gratis bezocht worden).

 

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

 

Eerst een schelpje pakken en dan plaatsnemen op de tribune, de boeiende middag bij Naturalis is begonnen. Wanneer de zeventig kinderen van basisschool Kristal uit Heerde eenmaal wat bedaard zijn lukt het Tom en Jeffrey, de medewerkers van Naturalis eindelijk om de aandacht te pakken..  Ze laten de leerlingen 30 seconden hun schelp inspecteren: wat voel, ruik, zie en hoor je? Ze vertellen dat het gebruik van al je zintuigen belangrijk is in onderzoek, hebben ze ook geproefd aan de schelp? Sommige kinderen roepen ‘bah’, maar anderen proberen het heel snel toch even. Kun je proeven of het een fossiel of een schelp van nu is? Na wat andere prikkelende vragen op het gebied van natuuronderzoek krijgt ieder kind een boekje om te oefenen. Ze gaan vandaag net zoals de onderzoekers bij Naturalis fossielen en opgezette dieren onder de loep nemen. Eén onderzoeker hoeft alleen met zijn voornaam genoemd te worden om een golf van herkenning en enthousiasme door de zaal te laten gaan. Jeffrey: ‘Freek?’, de kinderen in koor: ‘Vonk!’. Met hem in het achterhoofd als voorbeeld van een natuuronderzoeker, is het tijd om in groepjes naar de museumzalen te gaan.

 

Echt of nep?

Een groepje van zeven jongens uit groep 6 rent als eerste de deur uit, met een ouder (soms een leraar) als begeleider gaan ze op zoek naar de eerste zaal Leven. Hier beginnen ze bij het onderwaterleven, aan het plafond hangen inktvissen, dolfijnen en haaien. De vraag die je bij ieder kind minstens één keer hoort is: “Is dit echt of nep?”. Ze hebben nog nooit opgezette dieren gezien: Micha (9 jaar) vertelt namelijk dat hij nog nooit eerder op schoolreisje is geweest, omdat dat te duur is, denkt hij. Thuis heeft hij wel al veel over de natuur geleerd, zoals dat de fossielen van dinosauriërs bewaard kunnen blijven. Maar of de gekleurde vissen en vogels die ze hier zien daarmee te vergelijken zijn weet hij niet. De begeleiders weten het antwoord eigenlijk ook niet zo goed, maar de conclusie is dat de huiden en vachten waarschijnlijk echt zijn, omdat die ooit van een levend dier zijn geweest. In het boekje staat bij deze zaal de vraag om een onderdeel van een dier uit de collectie na te tekenen, om zo goed leren te kijken. Het vogelbekdier, de cheeta, een piepklein muisje, er is keuze te veel, maar uiteindelijk komen er toch wat dingen op papier. Pepijn (10 jaar) die de opgezette cheeta in actie op het oog heeft, vertelt dat hij veel van dieren houdt en er graag later iets mee zou willen doen. Wat dat precies zal zijn weet hij nog niet, maar de zaal vol met dieren maakt veel indruk. Tien minuten is duidelijk te weinig en de kinderen willen nog niet mee verder. Zodra echter duidelijk wordt dat de volgende zaal de Dino’s betreft, komt er beweging in.

 

 

Twee scholieren ontdekken de zaal Leven met de oefen opdrachtenboekjes ‘Op onderzoek!’. Bron: Naturalis.

 

Achttien18 meter lang

Tijdens het lopen door de twaalf12 meter hoge zaal Dinotijd zijn alle ogen naar boven gericht en wordt er niet vooruit gekeken. De immense dinosauriërs zijn betoverend, want dit hebben de scholieren nog nooit eerder gezien. De Dino bij binnenkomst is het grootste landdier-skelet van Naturalis: de Camarasaurus. Naast deze achttien18 meter lange langnekdino lijken zelfs de begeleiders klein! Het feit dat het vrij donker in de zaal is met spotlights op de dino’s voegt nog meer toe aan de spanning. Wie niet goed kijkt, mist misschien wel de vliegende pterosauriër hoog in de lucht. Maar het groepje jongens is zo nieuwsgierig dat elke dino groot of klein bekeken of gevoeld wordt. Bij sommige dino’s kun je namelijk ook een versteend dinonest of stuk bot aanraken!

 

Hebben dino’s vrienden?

Zo ook bij de laatste dino Trix, de Tyrannosaurus rex van Naturalis, opgezet alsof ze je ieder moment kan pakken. “Stel je onderzoekt Trix. Welke vragen heb je over haar?”. De aanwezige medewerkster wordt bedolven onder vragen van de kinderen zoals de vraag: “Maar wat eet ze dan?”, ze antwoordt met de wedervraag: “Denk je dat ze met die tanden goed op blaadjes kan kauwen?”. De jongens denken na: “Nee waarschijnlijk niet… Misschien lust ze wel kip!”. De medewerkster moedigt de leerlingen aan zelf op onderzoek te gaan naar de antwoorden. Het groepje van Pepijn loopt vervolgens zoekend rond terwijl ze zichzelf en elkaar vragen stellen als “Leefde ze in het bos? Liep ze ook ooit in Nederland rond? Zwierf ze alleen rond of had ze andere T-rexen als vrienden?”.

 

Er is bijna geen tijd om na te denken, want ze moeten snel door naar de volgende verdieping. En hoewel de boekjes en de klas in de Dinozaal even vergeten werden laat een korte peiling bij de leraren zien dat het niet zo erg is: “Het ene kind vindt het fijn om het boekje te volgen en de ander gaat liever zelf op ontdekkingstocht, beide zijn prima.”. Het is erg fijn dat die ruimte wordt gegeven, zeker als je kijkt hoe snel ze door de zaal heen moeten.

 

Een deel van het skelet van Trix (de schedel) in de Dinozaal. Bron: Naturalis.

 

Een trein in de ijstijd

De IJstijdzaal is het eindpunt voor het groepje. De ruimte bestaat uit een gigantisch miniatuurlandschap, dat Nederland tijdens de ijstijd moet voorstellen. Of die boodschap landt, is een beetje onduidelijk. Door verrekijkers aan de zijkanten kun je de toenmalige ‘big five’ van Nederland in actie zien en er zit nog een andere verrassing in het filmpje. Ineens komen er gebouwen en treinen in beeld, niemand begrijpt het. De begeleiders worden erbij gehaald: “Wat doet die trein daar? Ik denk dat het filmpje stoort!”. Uiteindelijk blijkt de verrekijker te laten zien hoe hetzelfde landschap nu veranderd is, door de moderne mens. Inmiddels lopen er hier geen wolharige mammoeten en grottenleeuwen meer rond maar staat het vol met beton en steen, met nog maar weinig natuur te vinden. Micha werkt nog snel even een blik op de eindopdracht “Hoe leefde de mammoet?”, maar iedereen moet jammer genoeg alweer naar de uitgang.

 

 

De IJstijdzaal met miniatuur oerlandschap en skeletten langs de muren. Bron: Naturalis.

 

Verdwaald

Een medewerker in de IJstijdzaal vertelt dat er normaal wel echt genoeg tijd is als je op tijd kunt beginnen aan je programma, toch lijkt dat ook met een kwartiertje meer een behoorlijke uitdaging. Leerlingen en begeleiders die het museum nog nooit hebben gezien, zijn ten eerste een beetje verdwaald omdat ze geen plattegrond hebben en niet weten hoe groot alle zalen zijn. Verder is elke zaal zo overweldigend en zijn de kinderen zo nieuwsgierig dat 10 tien minuten echt te kort is, tenzij je als school het budget en de tijd hebt om na het programma nog vrij te kunnen rondlopen.

 

Toetje

Helaas heeft deze school dat nu niet, maar als toetje kunnen ze nog even naar de LiveScience zaal beneden. Deze zaal is altijd gratis te bezoeken en helemaal boven achterin is ‘Martijn Dinosaurus’ aan het werk in het Dinolab. Hij vertelt dat ze al 7 jaar werken aan het sorteren en opbouwen van een paar Triceratops skeletten en hiermee heeft hij de volle aandacht van de groep. Deze neushoornachtige dino’s moeten worden schoongemaakt en verstevigd met lijm, een klusje waar hij nu mee bezig is. Na dit korte praatje rennen de leerlingen nog even door naar de discovery boxes, waar ze op een poster echte museumobjecten kunnen sorteren. Tussen de chaos in gaat Micha meteen enthousiast en geordend aan de slag met de kist vol verschillende stenen. Dat hij later misschien geoloog wil worden, komt hier duidelijk naar boven. Hij noemt van elke steen de naam en vertelt dat hij thuis ook veel stenen en kristallen heeft. Terwijl de kinderen lade na lade opentrekken om duizenden botjes, schedels en opgeprikte insecten te ontdekken, is het eigenlijk al lang tijd om te gaan... maar er is nog zoveel te zien. Op de vraag of er dus misschien een tweede bezoek in het verschiet ligt, antwoordt een leraar weifelend, maar de kinderen zijn het volmondig eens: “Ja!”.

foto Marieke Duinhouwer door
Marieke Duinhouwer